Foto: Bert Bevers
|
FRANS AUGUST BROCATUS
|
Frans August Brocatus (1957, Gooreind-Wuustwezel) woont en werkt sinds 1986 in Nederland. Hij debuteerde in 1991 en publiceerde bij WEL de bundels Bittere Rijst (1996), Ruiters In Regenblauw (1998) en Kroonvuur (2002). Veel gedichten van zijn hand verschenen in tijdschriften als Deus ex Machina, Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift, Appel en Brabant Literair en bloemlezingen, o.a. de Dagkalender voor Poëzie van uitgeverij Meulenhoff. Voor het project Poosplaatsen werden gedichten van hem in steen gekapt en op diverse plaatsen in Noord-Brabant in de openbare ruimte geplaatst. Hij was bestuurslid van SLAB (Stichting Literaire Activiteiten Breda), vaste medewerker van het tijdschrift voor poëzie De Houten Gong en redacteur bij Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift. Sinds 2004 geeft hij cursussen poëzie aan de Schrijversacademie te Antwerpen.
|
Titel:
Jaar:
Prijs:
ISBN: |
Bittere rijst
1996
12,00
90 6230 077 4 |
|
MADAME BOVARY
Wanneer zonlicht voller valt
ruggelings zwerft en streels
verpoost heup na heup,
laat dan in Rouaan de huizen
meebuigen achter gevels
van geteerd hout en gedroogd leem,
stuur in de schemering
de koetsier met hoge hoed,
de paarden met omwikkelde hoeven
en hoor hoe achter gordijnen in het rijtuig
met gekreukt nachtleer haar jurk
blijft ruisen, knisteren zoals weleer
|
Titel:
Jaar:
Prijs:
ISBN: |
Ruiters in regenblauw
1998
12,00
90 6230 082 3 |
|
SIGMUND FREUD
I
Het huis zo noemt hij het
en telt de kamers meet
met schuifelende stappen
de afstand van deuren naar ramen.
De kamer zegt hij valt in de hoeken
van zijn mond rangschikt voorwerpen
tafel stoelen foto’s aan de muur
chaise-longue en afwezigheid.
Hij richt zijn oor naar de straat
nadert stommelend in het trappenhuis
hout zo kraakt het onder zijn voeten.
Zijn oog valt op de schrijftafel
er zijn wolken de avond werpt een zadel
hij stijgt in de beugels, haalt dieper adem.
|
|
Titel:
Jaar:
Prijs:
ISBN: |
Kroonvuur
2002
12,00
90 6230 086 3 |
|
TINGRIJS
mist en onder de rook
van de stad een ingeboomd dorp
klank van regen
in elke gemompelde groet
water dat hier bijna immer
tot aan de lippen staat
het spreken daarom
als van stamelbomen
tingrijs liefste de dagen
aan de regenramen
onze blikken ver daarbuiten
en toch in jouw hals een teken
de jonge duiven geringd
gekooid aan mijn mond.
|
Titel:
Jaar:
Prijs:
ISBN: |
Rozenoog, zeekelk
2006
12,00
90 6230 090 1 |
|
WENEN
Voor Kiki Wasserbogen
De spiegel is een raam en jij,
staat daarachter. Het sneeuwt,
liefste, op mijn lippen
Een mezzo-sopraan zingt Von Zemlinsky
en in de kamer ernaast ligt jouw hand daar
waar mijn hand ingepalmd zou willen.
Het is een trage winter,
Liefste, de ijsbloemen
wenen dit jaar zo lang
|
|
Titel:
Jaar:
Prijs:
ISBN: |
Het brood, de roos, de monnik
2009
13,00
90 6230 095 2 |
|
W
Zij bedekt met haar handen en hij balsemt
haar traagronde borsten onder haar vingers
in de schaduw van het kruis zwijgt
hij tussen de woorden in het koorboek
het licht klinkt in de gotische glasramen
en elke kleur vergeet de grenzen van lood.
|
|
|
|